ALARM 02 - Probe Exhaust

Wanneer dit alarm wordt getoond betekent het dat de uitlaatgassensor geen waardes of on-realitische waardes doorgeeft aan het moederbord. Dit kan komen doordat er een draadje los is gekomen een contact niet lekker zit of de sensor is defect.

1. Controleer eerst of de sensor uitlezing niet correct is door de Plus (+) knop ingedrukt te houden. Er verschijnen wisselend 2 of 3 getallen in het scherm. 1 van deze getallen is de uitlaatgas temperatuur. Geeft deze een on-realitische- of geen veranderende waarde aan dan is de sensor waarschijnlijk defect.
2. Voordat de sensor wordt vervangen controleer eerst de bedrading van sensor naar moederboard op losse contacten en beschadigingen

1. Reset het alarm op het display door de AAN/UIT knop 3 seconden ingedrukt te houden
2. Wacht totdat de kachel is afgekoeld.
3. Haal het stroom van de kachel
4. Haal de zijpanelen van de kachel af
5. Volg de bedrading van de sensor naar het moederbord, controleer of de verbinding goed is en of er geen breuk in de kabel is. Eventueel de stekker van het moederbord los halen en opnieuw bevestigen.
6. Zijn er geen beschadigingen of losse contacten gedetecteerd dan dient de sensor vervangen te worden
7. Plaats de zijplaten terug en zet het stroom terug op de kachel.
8. Zet de kachel opnieuw aan.

Nadat je hebt gecontroleerd of de stekker en bedradign allemaal nog goed is. Zou je de temperatuur moeten kunnen uitlezen door de linker pijltjes toets naar beneden ingedrukt te houden. Wanneer er geen realistische temperatuur wordt getoond zul je de rookgassensor moeten vervangen.

De vorige stap heeft niet tot een oplossing geleid. Vervang dan de rookgassensor.

1. Reset het alarm op de het display door de AAN/UIT knop 3 seconden ingedrukt te houden.
2. Wacht totdat de kachel is afgekoeld.
3. Haal het stroom van de kachel
4. Haal de zijpanelen van de kachel af
5. Koppel de defecte rookgassensor los en haal deze uit het omhulsel van de rookgasventilator.
6. Plaats de nieuwe sensor en verbind de stekker in het contact.
7. Plaats de zijplaten terug en zet het stroom terug op de kachel.

Zet de kachel opnieuw aan.